“Ik heb honger,” antwoord ik. “en het is hier heet als hel.”
De ruimte waarin ik zit wordt slecht gekoeld en is doodsaai. Vier cementen muren met een raam en een open deur; een gesloten kooi waarin honderden stemmen en duizenden prestaties voor altijd gevangen blijven.
“Ik zal kijken wat ik kan doen”, antwoordt ze.
Ze loopt beneden. Ik zie haar over het veld lopen met het papieren programma onder haar oksel geklemd. Ze zwaait. Met een klein knikje zeg ik hallo terug.
De hitte wordt ondraagelijk. Kleine druppeltjes vocht zetten zich af tegen mijn voorhoofd; het haar op mijn slapen wordt steeds natter. Twee uur zit ik al in dit godvergeten hok zonder enige hoop op verlossing. Niets te drinken, geen kraan of automaat met gekoelde cola; het enige aanwezige vocht in deze ruimte is het opgehoopte vocht in mijn blaas die door de druk lijkt te bezwijken. Ik moet pissen. Nergens een toilet te bekennen. Alleen een emmer.
“Vijf minuten, dan beginnen we”, klinkt de stem van Tara door het apparaat.
Ik draai mijn knieën naar binnen. Voor de zekerheid herhaal ik de drie stappen in mijn gedachten. De stappen die ik eerder die dag had doorgekregen. De stappen waarmee ik deze inhoudsloze poppenkast in gang ga zetten als bungelende majorettepoppen.
Het is mijn eerste baan in de media. Als een klein ventje dat zich uitslooft voor opname in de groep van grote jongens, ben ik hier vanaf zes uur vanochtend op de been. Ik mag de cameramannen vertellen dat ze moeten draaien. Of de catwalk die later die dag gebruikt zal worden, omhullen met een satijnen laken. Nu, in het geluidshok op de bovenste ring van het erepodium, wordt mijn kunde pas echt op de proef gesteld. Drie knopjes, drieduizend vrouwen. In kleine, te korte broekjes.
“Ben je er klaar voor?” klinkt het weer.
De man die de dag aan elkaar lult, test de microfoon. Ik stel me op bij het raam waar de installatie staat en houd mijn vinger paraat bij de startknop. Beneden zie ik de dames in rijen van acht, op elke laan een. Drieduizend klonen in een strak velletje met dezelfde beperkte ambities. Mijn nood om te pissen neemt met de minuut toe.
“Muziek”, roept de presentator.
Ik reageer en druk op Play; de muziek schiet aan, het stadion vult zich met melodie. Als een godswonder beginnen de vrouwen op mijn startsein te lopen, zo verleidelijk mogelijk. Van waar ik het zie lijkt het net een Walt Disney film: een strak geregisseerd peloton mieren die in een geanimeerde Tweede Wereldoorlog door de straten marcheren.
In werkelijkheid zijn het domme dozen op de straten der roem: majorettepoppen in dienst van diëten die op mijn herhaaldelijk Play, Stop en Rewind de herinneringen van ’28 met hun knokige voeten vervuilen.
Mijn maag keert om. Waar zijn de manieren gebleven? Het respect voor de dingen van vroeger? Ik denk terug aan ‘54, toen vanuit ditzelfde complex de Tour de France begon, en pis met het grootste gemak -kijken naar de graatmagere modellen- de emmer vol met zeik.
Met jullie vieze poten een beetje Heilige Grond betreden. Ik pis op jullie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten